
Wanneer bel je een zadelpasser?
Om hier antwoord op te geven is een volledig pasconsult een vereiste. Van nature zijn paarden vluchtdieren die pijn zullen camoufleren en compenseren. Laat een paard signalen van ongemak zien? Mogelijk is het paard op dat moment de compensatie-fase al voorbij. Het verschilt per paard waar die grens ligt. Daarom is een periodieke controle van een gediplomeerd en gecertificeerd zadelpasser essentieel voor het welzijn van je paard. Kies altijd voor een ESS of MFSC opgeleide zadelpasser! Op de site van de Vereniging van Zadel- en Tuigdeskundigen vind een deskundige zadelspecialist.

Visuele signalen
-
Witte haarvorming op- en/of rondom de schoft en het zadelgebied.
-
Kale plekken, bulten, wondjes op- en/of rondom de schoft en het zadelgebied.
-
Afname (atrofie) of ongelijkheid in bespiering onder en rondom het zadel.
-
Beperking in beweging tijdens weidegang, stal en overige onbelaste beweging.

Signalen in het gedrag
-
Gevoeligheid en warmte tijdens aanraking en/of borstelen (platte oren/bijten/slaan).
-
Pijnreactie bij gemiddelde druk op singelgroeve, spieren en/of wervelkolom (platte oren/bijten/slaan).
-
Specifiek naar één kant kunnen draaien. Bijvoorbeeld in de stal of op de poetsplaats.
-
Ontwijkende of narige reactie bij het opzadelen (platte oren/bijten/slaan).
-
Uitzetten van de buik en/of singelnijd tijdens het aansingelen.

Rijtechnische signalen
-
Onvoldoende lichaamsgebruik, moeite met nageven, beperking bij (lengte)buiging, beperking in het oprichten en/of strekken van de hals.
-
Moeite met verruimen en verzamelen, problemen in de aanleuning, moeite met rechtrichten en wissels, weigeringen op hindernissen.
-
Wegdrukken van de rug, staken, bokken, bokken na de hindernis, steigeren en/of vluchten (rennen).
-
Scheef lopen, onzuiver bewegen, ongelijkheid in het bekken, kreupelheden.